Door Charlotte Vastbinder
UTRECHT – Een klein poppodium aan de Bemuurde Weerd in Utrecht. De Ekko. De plek waar kleine, maar ook grote internationale artiesten optreden, waar feestjes worden gegeven die op ieders geheugen gegrifd staan, maar vooral de plek waar ik graag kom…
‘Smack my bitch up…’ van the Prodigy galmt uit de speakers. Ik dans, de zweetdruppels glijden van mijn rug, maar ik ga door. De hele zaal springt en houdt haar armen in de lucht. Zo kende ik Utrecht nog niet. Een stuk of 100 mensen die met zijn allen los gaan, tegen elkaar aan springen en genieten van de muziek. Het bier zit inmiddels over mijn hele jurk, mijn voorhoofd en haren zijn nat van het zweet, maar het maakt allemaal niets uit. Mijn eerste kennismaking met Ekko. Ik denk dat ik verliefd ben geworden.
Twee jaar later ben ik nog meer gaan houden van Ekko. Ik dans er nog steeds, ga naar concerten en geniet van de geweldige sfeer. Vaak ga ik op zaterdag, goedkope entree, fijne indie-muziek en leuke mensen. Met vriendinnen maken we er een avondje uit van. Biertjes drinken aan de bar, mannen kijken, maar vooral dansen en gek doen. De Arctic Monkeys doen het altijd goed. Als ‘I bet you look good on the dancefloor’ gedraaid wordt, zijn wij de eerste die uit ons dak gaan. Er wordt gesprongen, keihard gedanst en meegezongen. Daarna volgen er nog meer geweldige nummers en aan het einde van de avond moeten onze jurken minimaal twee keer in de was. Het bier en het zweet hebben de overhand gekregen. Maar wat een toffe avond was het weer. Een om nooit te vergeten.
Ik hoop natuurlijk dat ik nog vele jaren mijn dansmoves kan laten zien in de Ekko, maar kan dat nog wel? Ze leven van subsidie en vrijwilligers. Ik hoop dat de gemeente Utrecht zo aardig is om geld te blijven geven en dat mensen zich blijven aanmelden als vrijwilliger. Want ik kan mijn grote liefde echt niet missen.
Bron: You Tube, Beat The Bastardz
NB. Na deze column volgen portretten met paspoortjes van twee of drie vrijwilligers die bij Ekko werken en dit met veel plezier doen.