Surinamers leren een woordje over de grens

0

Sinds februari hebben de inwoners van Paramaribo de kans gekregen om gratis Spaanse les te volgen. De Venezolaanse president Hugo Chávez heeft deze lessen geschonken aan Suriname om de integratie tussen de Zuid-Amerikaanse landen te bevorderen. Op dit moment is er plek voor 300 leerlingen. Er wordt naar ruimte gezocht om dit aantal te vergroten.

Inwoners van Paramaribo krijgen op de middelbare school al Spaanse les. Deze lessen zijn helaas niet genoeg om de taal helemaal onder de knie te krijgen. Veel mensen zijn het na enkele jaren ook alweer vergeten. De gratis Spaanse lessen zijn voor deze mensen een goede uitkomst. Er zijn dan ook vele aanmeldingen voor de lessen.

Werk

De leerlingen beginnen om verschillende redenen met de lessen. Veel mensen moeten Spaans praten tijdens hun werk en voor hen kan een extra lesje geen kwaad. Dit geldt ook voor Pansa Conchita, ze werkt in een casino in Paramaribo. “Tijdens mijn werk zijn er vaak bezoekers die alleen maar Spaans spreken. Het geeft mij een groot verdeel als ik de taal beter spreek.”

De Spaanse lessen worden gegeven in het Venezolaanse Instituut voor Culturele Samenwerking. In de ochtend en in de middag wordt er les gegeven. Een lesperiode duurt drie maanden. Veel leerlingen zijn van plan om zich op te geven voor een vervolgcursus om meer te leren. Op dit moment wordt er gezocht naar meer ruimte zodat er meer lessen gegeven kunnen worden.

Chávez

Op al het lesmateriaal staan foto’s van de Venezolaanse president. De Surinamers zijn ook erg te spreken over Chávez. Tijdens de viering van 25 jaar onafhankelijkheid was hij een eregast. Tijdens zijn officiële bezoek aan het presidentiële paleis besloot Chávez om de achterwijken in te gaan om kinderen een hand te geven en om met de mensen te praten. Voor de Surinamers was het erg bijzonder dat een belangrijk persoon de wijken bezocht terwijl het geen verkiezingstijd was.

De Spaanse lessen in Paramaribo lopen als een trein. Wie nu ook de kriebels heeft gekregen om Spaans te leren, hoeft niet helemaal naar Suriname. In Utrecht is het ook mogelijk om de Spaanse taal onder de knie te krijgen. Dit kan in het Spaanse Instituut Cervantes.

Een impressie van de Spaanse lessen in Paramaribo:

Surinaamse serviceclub bestaat veertig jaar

0

Afgelopen week werd in Paramaribo het achtste lustrum gevierd van de club van Soroptimisten.

Soroptimisten zijn vakvrouwen die zich inzetten voor een positie van vrouwen en kinderen. Over de hele wereld zijn er clubs waar in totaal meer dan 90 000 vrouwen zich actief inzetten. Het bijzondere aan deze organisatie is dat elke club maar 1 lid uit een bepaalde beroepsgroep mag tellen. Zo wordt er met een breed perspectief naar bepaalde problemen gekeken.

Lustrumviering
De Nederlandse, Surinaamse en de clubs uit de Nederlandse Antillen zijn verenigd in een Unie. Er wordt daardoor vaak samengewerkt aan projecten. De afgelopen week reisden er veertig Nederlandse vrouwen af naar Paramaribo om de lustrumviering bij te wonen. Op het programma stonden educatieve, sociale en

culturele activiteiten. Daarnaast werd er een bezoek gebracht aan het lustrumproject: de uitbreiding van het Ilse Labadie Centrum, een school voor meisjes met een achterstand

Soroptimisme groeit
Nederland telt al bijna honderd clubs, maar ook in Suriname zit de groei er in: de club bestaat nu uit ruim veertig vrouwen, en dat betekent dat zo langzamerhand elke sector vertegenwoordigd is. De Surinaamse Soroptmisten zullen dan ook nu gaan beginnen met het opstarten van een tweede club in Paramaribo.

Om zo nog meer kinderen en vrouwen een kans op een beter leven te bieden.

Braziliaanse goudzoekers in Paramaribo

0

In de Surinaamse wijk Tourtonne wemelt het van de Braziliaanse goudzoekers. De mannen komen voor enkele jaren naar Suriname om in het binnenland goud te zoeken. Sommige doen dit voor een werkgever, anderen werken illegaal. Een keer per maand komen de goudzoekers naar de hoofdstad om het goud in te ruilen voor geld.

De Brazilianen noemen de wijk zelf Klein-Belém, vernoemd naar de hoofdstad van de Braziliaanse deelstaat Pará, waar veel goudzoekers vandaan komen. In de wijk zijn vele Braziliaanse supermarkten, kappers, bars, hotels en restaurants. De voertaal in de wijk is Portugees waardoor er weinig integratie is tussen de Brazilianen en de Surinamers.

Goudzoekers

Sinds de jaren ’90 is Suriname populair geworden onder de Braziliaanse goudzoekers. In hun eigen land is het goud grotendeels op waardoor ze massaal naar Suriname trekken. Er leven ongeveer 40.000 Brazilianen in Suriname. De goudzoekers zijn vaak slecht opgeleid, ze komen om geld te verdienen en trekken na enkele jaren weer terug naar hun moederland.

Sommige mannen zoeken voor grote bedrijven naar goud. Werkgevers willen graag Brazilianen in dienst hebben omdat zij veel kennis hebben van de goudwinning en bovendien ook nog hard werken. Andere mannen wonen in goudzoekerskampen en gaan op illegale wijze te werk. Ze veranderen met hun werk natuurgebieden in ontboste modderwoestenij.

Hard werken

Niet iedereen is ervoor gemaakt om goudzoeker te worden, alleen de ‘echte mannen’ houden dit werk lang vol. In hoge temperaturen zoeken de goudzoekers met zeefjes naar goud. Vaak wordt maar twintig tot veertig procent van het aanwezige goud gewonnen. Daarnaast brengt het werk ook nog eens veel gevaar met zich mee. De goudzoekers worden vaak overvallen als ze met hun lading goud op weg zijn naar Paramaribo.

In de hoofdstad is het een komen en gaan van Brazilianen. Veel Surinamers zien de wijk Tourtonne als een probleemwijk. De goudzoekers zorgen ten eerste voor veel criminaliteit. Daarnaast vinden de mensen het bedreigend dat er in de wijk alleen maar Portugees wordt gesproken.

Een kijkje in Tourtonne

CampusCam is in Suriname een kijkje gaan nemen in de wijk Tourtonne en heeft hier met verschillende goudzoekers gesproken. Dit zal te zien zijn in de tweede speciale CampusCam-aflevering uit Suriname.

Moksi Alesi

2

Voor onze rubriek ‘In de ban van de pan’ gingen wij op zoek naar een typisch Surinaams gerecht. Het werd Moksi Alesi, wat letterlijk ‘gemengde rijst’ betekent.

Moksi Alesi is van oudsher slavenvoedsel. Veel bewoners van Surinamers zijn afstammelingen van slaven, en moksi alesi wordt door veel verschillende bevolkingsgroepen gegeten. Door de flexibele receptuur kan iedereen het eten: of je nu rijk of arm bent, moslim of boeddhist, voor allen is er een passende variant te bedenken.

Kliekjes
Het gerecht ontstond toen slaven al hun kliekjes bij elkaar gooiden en daar rijst bij serveerden. Zo Kon je alle resten vlees, vis en groenten gebruiken, waardoor je geld bespaarde. Groenten werden trouwens vaak beschouwd als overbodige luxe, als versiering voor het gerecht. Tegenwoordig wordt er iets meer groente gegeten, en hoort een beetje kousenband (een soort lange sperzieboon) of kool wel tot de standaard ingredienten.

Varianten
Naast het standaardingredient
rijst kan je kip(filet) gebruiken, garnalen, vis of zoutvlees gebruiken. Net wat je lekker vindt, of wat je levensovertuiging je voorschrijft. Of welke ingredienten je je kunt permitteren, natuurlijk. Het klaarmaken van moksi kost je ongeveer een uurtje.

In de tweede aflevering vanuit Paramaribo kunt u bekijken hoe moksi alesie precies gemaakt wordt. Kook eens Surinaams, want dit multifunctionele gerecht is voor ieder wat wils!


Het boegbeeld van de aidsbestrijding

0

In Suriname is de ziekte aids een groot probleem, sinds 2003 is aids de tweede doodsoorzaak onder de Surinamers. In Paramaribo zitten enkele organisaties die zich met het probleem bezighouden. Een hiervan is de organisatie van Ethel Pengel; Double Positive.

Twee keer in de maand organiseert Pengel in de Mariaschool een praatgroep voor vrouwen en meisjes met aids. Tijdens deze bijeenkomstenpraten de mensen over problemen die ze ondervinden aan hun ziekte. Pengel geeft samen met een groepsleider tips. Ook hoort bij elke praatgroep een activiteit waardoor de vrouwen dingen kunnen leren. De vrouwen zijn veelal werkloos.

Ethel Pengel

Pengel is zelf ook besmet met het HIV-virus. Al jaren werkt ze bij verschillende organisaties en is hierdoor een bekend figuur in Suriname. Dagelijks wordt de Surinaamse door verschillende mensen opgebeld over hun problemen. Ze vragen haar onder andere naar manieren om een aidstest te doen en ze vragen om geld voor medicijnen.

Aids is nog altijd een taboe in Suriname. Mensen durven er  niet voor uit te komen. Zo zijn ze bang om ontslagen te worden en ze zijn bang dat hun familie ze de rug zal keren. Ze vertellen het daarom niet aan hun partner. Pengel probeert er met haar organisatie voor te zorgen dat echtparen samen bij de behandeling worden betrokken.

Binnenland

Niet alleen in Paramaribo is aids een probleem, ook in het binnenland zijn er veel mensen die de ziekte hebben. Het is lastig om deze mensen te bereiken, er is vaak een leider en als deze niet meewerkt dan zal de rest van het dorp dit ook niet doen. Veel van deze mensen slikken dan ook geen medicijnen.

CampusCam is in Suriname op bezoek geweest bij de organisatie en heeft hier met verschillende aidspatienten gesproken. Dit zal te zien zijn in de eerste speciale CampusCam-aflevering uit Suriname.

Daverende Dumplings

2

In Paramaribo vind je op de Nassylaan 107 restaurant Spice Quest. In de speciale surinaamse editie van In de Ban van de Pan, krijgen wij meer inzicht in dit bijzondere restaurant en in de persoon die hier achter zit.

Eigenaar en chef-kok Patrick Woei gaat ons leren hoe ook wij zelf dumplings kunnen maken. Ook gaan wij meer leren over de chinees-surinaamse geschiedenis van dit land.

Ferrier.

Er kleeft overigens alleen al aan de locatie genoeg noemenswaardige historie. Om maar te beginnen met het feit dat op deze locatie de eerste president, Johan Ferrier, van de republiek Suriname hier heeft gewoond. Een ander zeer bijzonder feit is dat hier tot 7 december 1982 een drukkerij stond waar een krant genaamd de Vrije Stem werd gedrukt. Op die dag hebben de militairen in aanloop van de decembermoorden een dag later het pand vernietigd.

Woei, tevens eigenaar van het populaire restaurant Dumpling Nr 1, zag wel iets in het stukje verwaarloosde grond. Hij heeft er een zelf ontworpen restaurant opgezet, dat een chinese sfeer ademt. Bekende namens zoals onze eigen Balkenende, Hirsch Ballin, Jeroen Krabbe en Rik Felderhof hebben er een vorkje meegeprikt.

Uiteraard volgt er na de uitzending meer informatie over dit restaurant en de door Woei gemaakte dumplings!