De Zeven Steegjes zijn in de periode voor de oorlog gekenmerkt door armoede. Na de oorlog besloot de gemeente Utrecht dat de buurt tegen de vlakte moest, om plaats te maken voor nieuwbouw.
Dit stuitte de bewoners echter zo tegen de borst dat er een actiegroep werd opgericht: de Utrechtse Maatschappij tot Stadsherstel. Pas begin jaren vijftig werd de wijk voor het eerst voorzien van sanitaire voorzieningen, voorheen deden de bewoners hun behoefte op latrines. Zowel in de zeventiger- als negentigerjaren werd de wijk gerenoveerd en na deze laatste renovatie keerden z’n zestig procent van de oorspronkelijke bewoners terug naar de wijk. Zodoende zijn veel van de kinderen in de wijk nog altijd afstammelingen van de oorspronkelijke Zeven Steegjes-bewoners.
Hoe ervaren deze kinderen het opgroeien in de wijk? En is het buurtfeest nog even populair als in vroegere tijden? En hoe denken de kinderen dat de buurt er honderd jaar geleden uitzag?